In ons kerkblad ‘Op ‘e Hichte’ staat iedere maand een redactioneel artikel. Hieronder vindt u die van april.

Soms probeer ik me voor te stellen hoe het zou zijn, als wij hals over kop ons huis en dorp moeten verlaten voor oorlogsgeweld. En dat we binnen een uur moeten kiezen, wat we meenemen – één koffer per huishouden. Aangekondigd is dat op rijksweg 32 straks bussen langskomen om ons op te pikken. Waarnaartoe? Geen idee. Chaos en paniek alom. Of en wanneer we hier terugkomen? Ook geen idee. Ondertussen horen we straaljagers over onze hoofden gieren en verderop de inslag van kogels en granaten. Flarden rook trekken over het dorp, hier en daar brandt het.

Voor ons een schrikbeeld, voor veel mensen uit Syrië, Oekraïne, Afghanistan en andere landen grimmige werkelijkheid. Ze zijn op de vlucht voor geweld en terreur, wanhopig op zoek naar een veilige plek. Waar die is en hoe die eruit ziet doet er op dat moment even niet toe, als ze het leven er maar vanaf brengen. Pas later, na dagen onderweg in een totaal vreemde omgeving, komen andere vragen. Waar gaan we naar toe, komen we terecht? Welke taal spreken ze daar, zijn we welkom? Kunnen we als gezin bij elkaar blijven?

Politieke vluchtelingen, ons land heeft een lange traditie van opvang van ontheemden uit landen waar het niet veilig is. Of het nu gaat om oorlogshandelingen van andere landen, terreur van eigen machthebbers of afwijkende meningen, velen vonden hier een veilig onderkomen.

Dat beeld is drastisch veranderd. Vooral door de enorme aantallen mensen op drift. Mensen zijn niet alleen meer op de vlucht voor oorlog en geweld, maar in toenemende mate ook voor honger en een uitzichtloos bestaan zonder perspectief in eigen land. Met als gevolg dat honderdduizenden mensen die hun heil ergens anders proberen te zoeken. De gevolgen en beelden zijn bekend: overvolle opvanglocaties, mensonterende toestanden, boten die kapseizen. In politiek en samenleving vliegen voor- en tegenstanders van de toelating van vluchtelingen elkaar in de haren. Ieder zoekt zijn of haar eigen gelijk. De een eist een toelatingsstop, de ander doet een beroep op medemenselijkheid. Wie heeft gelijk?

Ik kom er niet uit, ook niet met de Bijbel in de hand en dat knaagt aan me. Natuurlijk ben ik blij dat ook in onze dorpen vluchtelingen een plek hebben gekregen. Tegelijk begrijp ik, dat ons land onmogelijk de enorme toevloed van vluchtelingen kan opnemen. Maar wat dan wel? Is er een oplossing die mensen niet in de kou laat staan en tegelijk een uitweg biedt aan de botsende opvattingen in onze samenleving?

Arie